Afgelopen week werden plannen bekend gemaakt om het minimumjeugdloon vanaf de leeftijd van 21 jaar af te schaffen. In het huidige systeem gebeurt dit vanaf 23 jaar, maar minister Asscher vindt dat ook 21- en 22-jarigen een ‘volwassen’ loon verdienen. De komende twee jaar zal het traject stapsgewijs in werking worden gezet.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken bracht vorige week plannen naar voren om het minimumjeugdloon de komende jaren af te bouwen. In het tijdsbestek van 2017 tot en met 2019 wordt de leeftijd waarop het minimumjeugdloon vervalt, stapsgewijs verlaagt van 23 naar 21 jaar, want “volwassenen verdienen een volwassen loon”, aldus Asscher.
Door de maatregel zullen jongvolwassenen vanaf 21 jaar hetzelfde minimumloon krijgen als volwassenen. De versoepeling vindt stapsgewijs plaats om werkgevers te laten wennen aan de systeemwijziging. Er wordt voor jeugdwerkloosheid gevreesd; het moet daarom voorkomen worden dat deze groep jongeren ingeruild wordt voor ouder, meer ervaren personeel of juist jongere, goedkopere werknemers.
Om dit aan te pakken, kwam Asscher met twee aansluitende maatregelen. Ten eerste, worden ook de jeugdlonen van 18- tot en met 20-jarigen opgetrokken; op die manier wordt deze groep niet relatief voordeliger om in dienst te nemen. Ten tweede, komt de minister met een gewenningscompensatie in de vorm van een loonkostensubsidie voor de werkgever. Daarvoor is een potje van€100.000.000, afkomstig uit het arbeidsongeschiktheidsfonds, beschikbaar gesteld.
KHN
Brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) denkt dat er door de versoepeling meer 21-plussers aangenomen gaan worden, wat ten koste gaat van jongere werknemers. “Als je 20 tot 30% meer moet betalen voor hetzelfde werk, dan moet daar ook meer productiviteit tegenover staan. En dat kun je van jongeren bijna niet verwachten”, vertelt Paul Schoormans van KHN in een uitzending tegen BNR Nieuwsradio. Voor 21- en 22-jarige werknemers wordt nu een compensatie aangeboden, maar voor de jongere groep daaronder niet. Het moet dus worden gezocht in productiviteitsverbetering, aangezien het geld terug moet worden verdiend in het bedrijf en dat is niet altijd even makkelijk.
Jan Bas van Aalderen, voorzitter van KHN in de provincie Groningen en tevens eigenaar van dinercafé Soestdijk te Groningen, sluit zich hierbij aan. Via het Dagblad van het Noorden geeft hij aan dat hardwerkende mensen in de horeca goed betaald moeten worden. In het huidige systeem is het interessant voor de horeca om onervaren mensen intern op te leiden door ervaren personeel. “Als dat te duur wordt, doe je dat niet meer. De horeca kan nu voor hetzelfde geld meer ervaren personeel aantrekken, tenminste als er genoeg ervaren mensen zijn.” Dat is nog maar de vraag. De maatregel wordt volgens KHN pas rond januari 2017 ingevoerd.
Foto: Facebook KHN