‘Zijn jullie nu alweer boos?’ Wanneer ‘de horeca’ in het nieuws is, dan word ik net als waarschijnlijk veel andere horeca-mensen, aangesproken alsof ik in hoogsteigen persoon de hele branche vertegenwoordig. Het antwoord op hun vraag wachten de meeste mensen overigens niet af, ze willen er vooral graag zelf even iets over zeggen. Voor je het weet heb je een discussie over overheidssteun (‘Jullie hebben al zóveel geld gehad’), over ondernemerschap (‘Ondernemen is toch gewoon ook risico nemen?’) maar vooral de laatste weken over toegangsbewijzen (‘Wat lopen jullie nou weer te zeuren..’).
Het is nu eenmaal lastig in een branche die draait om gastvrijheid, waarbij iedereen per definitie gelijk is, onderscheid te maken te maken tussen gasten. Toch werd vanavond aangekondigd wat al een tijdje in de lucht hangt; ‘We’ zullen onze gasten bij de deur moeten controleren op een toegangsbewijs. ‘We’ hebben enige ervaring; iemand rond de 18 jaar controleren ‘we’ al op identiteitsbewijzen wanneer hij of zij een alcoholisch drankje bestelt.
De horeca als speelbal
Als je er heel nuchter naar kijkt, moet het goed te doen zijn. Maar daar zit het ‘m nu juist. Mensen met de luidste stem in de hele discussie, kijken er niet nuchter naar. De emoties lopen hoog op. Het ‘vrije beroep’ van horecaondernemer is de laatste jaren al een enorme speelbal geweest van regelmakers. Van alle aangescherpte alcohol-, tabaks-, geluids-, hinder-, terras-, blurring-, afval- en de afgelopen anderhalf jaar vooral corona-wetgeving is dit de druppel.
Ja er waren inderdaad best goede regelingen en er is financieel heel veel gedaan. Maar daarmee geef je ondernemers niet terug wat ze in maart 2020 is afgepakt; hun vrijheid. Hun veronderstelde burgemeesterschap van hun eigen horeca-gemeente. De trotse functie van hoogste baas in hun eigen koninkrijk. Daar moet je vanaf blijven. Hoeveel rationeel goede redenen er ook zijn om toegangstesten in te voeren, het is onverenigbaar met de wijze waarop zij hun levenswerk hebben ingericht. Dat is een ongelooflijk groot offer wat je van hen vraagt.
Liever scannen dan sluiten
Heel veel andere ondernemers, misschien wel de meesten en in ieder geval zij die samen het grootste deel van de omzet in de branche vertegenwoordigen, staan een stuk rationeler in de discussie. Zij zeggen liever te scannen dan te sluiten. Zij zijn allang blij dat alle partijen en feesten die soms al wel drie keer zijn verschoven nu eindelijk door kunnen gaan. De congreshotels, de grote (beurs)bedrijven die zijn ingericht op toegangscontrole en of registratie, zij zijn als een kind zo blij. Zij mogen weer!
Horeca is emotie en dat is iets waar Den Haag de afgelopen anderhalf jaar veel te weinig rekening mee heeft gehouden. De mooiste horeca draait namelijk niet vooral om geld, niet vooral om omzet maar vooral om gasten die allemaal gelijk zijn. Mijn eerste baas leerde mij al: ‘Praat met je gasten aan de bar nooit over politiek of elkaars vrouwen, daar komt de grootste ellende van’. Die ellende hebben we nu en we zullen zien hoe heet de soep wordt gegeten. De temperatuur is nu in ieder geval veel te hoog.
De branchevereniging moet verbinden
Misschien is het tijd voor onze brancheverenging om de gemoederen wat te laten bedaren door de roeptoeter te laten zakken en de verbinding op te zoeken. Niet alle horeca is gelijk. Niet alle horeca is boos, maar voor veel ondernemers is de emmer nu overgelopen na 1,5 jaar ellende. Dat is niet de schuld van de overheid, niet van de toegangspas maar wel van de onzekerheid en het gevoel van onrechtvaardigheid dat zich heeft opgestapeld. Zij verdienen nu een helpende hand, een klein beetje rede. Daar hebben ze veel meer aan dan opgehitste woede, barricaden en #ikweiger. Dat leidt tot ongelukken en daar hebben zij hun zaak niet 1,5 jaar voor in de lucht gehouden.
Column: Wouter Verkerk
Boeken Wouter Verkerk: Bekijk en bestel ze hier