Van 3 tot en met 11 september 2016 vindt voor de tweede keer de restaurant-editie van de Nationale Mosselweek plaats. Deze week staat volledig in het teken van de Zeeuwse mossel. Restaurants kunnen meedoen door een mosselmenu of -gerecht op de kaart te zetten. Doet u mee?
Na het grote succes van vorig jaar, waaraan 300 restaurants deelnamen, is besloten dit jaar weer een mosselweek te organiseren. Het idee komt van de Zeeuwse mosselsector en is bedoeld Nederland kennis te laten maken met de zilte lekkernij.
Mosselen eten beleving
Mosselen zijn een uniek natuurproduct en bovenal is mosselen eten een beleving. Voor de mosselsector is België sinds jaar en dag de belangrijkste afzetmarkt. Hier zijn de ‘moules frites’ op elke menukaart terug te vinden. Tilly Sintnicolaas van Het Nederlands Mosselbureau: “Net zoals vorig jaar willen we de Zeeuwse mosselen in Nederland meer bekendheid geven. Voor restaurants zien wij nog veel kansen en door middel van een promotiecampagne waarin consumenten worden uitgenodigd bij deelnemende restaurants mosselen te gaan eten tijdens de Nationale Mosselweek, willen wij hen ondersteunen. De week heeft een tweeledig doel: Nederlandse restaurants kunnen laten zien wat ze in huis hebben en voor de mosselsector is het geweldig dat er extra aandacht besteed wordt aan het prachtproduct Zeeuwse mosselen.”
Doet u mee?
Restaurants die enthousiast zijn en willen deelnemen aan de Nationale Mosselweek kunnen zich aanmelden via mosselweek.nl/horeca. Meedoen is kosteloos en u bent volledig vrij om te kiezen wat u op de kaart zet. Dit kan een mosselgerecht zijn maar ook een compleet menu. Alle deelnemende restaurants profiteren van de landelijke promotiecampagne en gratis promotiemateriaal.
Mosselweek.nl
Op de website mosselweek.nl staat een overzichtspagina met Googlemapskaart met daarop alle deelnemende restaurants. Consumenten kunnen via deze website reserveren. Reserveringsaanvragen worden naar uw e-mailadres doorgestuurd. Vanzelfsprekend kunnen consumenten ook rechtstreeks bij uw restaurant reserveren.
Bron: KHN.nl