De omzet van de Nederlandse hotels, restaurants en cafés is de laatste jaren sterker gestegen dan gemiddeld in de Europese Unie. Na het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 daalde de horecaomzet in Nederland juist meer dan in de rest van de EU. Inmiddels ligt de horecaomzet zowel in Nederland als gemiddeld in de EU op recordhoogte, melden CBS en Eurostat.
In de eerste drie maanden van 2016 lag de omzet van de horeca in Nederland 24% boven het dieptepunt van de crisis eind 2009. In de EU steeg de omzet daarentegen met gemiddeld 20%. De omzet van de Nederlandse horeca ligt sinds eind 2013 weer boven het niveau van voor de crisis en is sindsdien alleen maar gestegen.
Door de relatief sterke groei is het belang van de horeca voor de Nederlandse economie de afgelopen jaren toegenomen.
Herstel sinds crisis
Nederlandse horecabedrijven hadden vanaf 2008 – het jaar waarin het rookverbod eveneens is ingegaan – tot eind 2009 te kampen met omzetdalingen. In die periode daalde de omzet met 8,5%. Niet overal in de EU was destijds sprake van een daling, in Polen, België en Frankrijk was weinig te merken van een daling in omzet, in sommige gevallen was er zelfs sprake van een omzetstijging.
Na 2009 herstelde de horeca bijna overal weer tot op een hoger niveau dan voor de crisis: alleen in Portugal, Griekenland en Spanje zijn de omzetten nog altijd lager en zijn ze nog niet herstellende van de crisis. De grootste omzetstijgingen waren te vinden in België (+35%) en Frankrijk (+37%). Polen gaat door als koploper, hier steeg de omzet sinds 2008 met bijna 75%, daar moet bij opgemerkt worden dat de horecasector daar wel relatief klein is.
Hoofdinkomen
In Nederland is het aantal werkenden in de horeca tussen 2008 en 2014 gestegen van 344.000 naar 374.000. Daarmee werkte in 2014 ongeveer 4,3% van alle werkzame personen in die bedrijfstak, wat het een hoofdinkomen maakt. Dit is iets lager dan gemiddeld in de EU (4,8%).